Dragen met een torsodoek

Het torsodragen zoals men in Afrika vaak ziet wordt hier in Nederland vaak weinig gebruikt. Dit omdat je kindje voor je gevoel nogal "los" op je rug zit. Echter is torso dragen met een Afrikaanse doek van waxstof heel veilig te doen. Het torsodragen verdeelt het gewicht ook anders dan bij de meeste andere doeken: vooral het bekken wordt belast, het geen een pluspunt kan zijn voor mensen die rug- of schouderpijn hebben en zo weinig mogelijk hun rug zelf willen belasten. Sommige moeders zeggen dat deze doek de leukste is om aan te doen wanneer je zittend werk moet doen (of uit gaat eten). Daarvoor gebruiken ze dan wel een stoel zonder leuning of zitten ze omgekeerd op een stoel.

Een torsodrager is een rechthoekig stuk stof dat je rond je romp wikkelt en omrolt of vastknoopt. Er lopen geen banden of straps over je schouders, je armen zijn vrij. Dit betekent dus dat je erg veel armvrijheid blijft behouden, en dat de doek zeker geschikt is voor in de zomer of binnenshuis. Eigenlijk is torsodragen een ideale manier van dragen als je graag het huishouden wil doen, of binnenshuis makkelijk moet kunnen bewegen. De armen van je baby kunnen zowel in als uit de doek zitten. In principe kan je met een gewone pareo, een oud laken of een niet te dik dekentje perfect torsodragen, maar dit geeft niet heel erg veel steun aan een oudere, zwaardere baby, en zakt wel een beetje af. Wanneer je dus op die manier knoopt zal je af en toe nog eens moeten opnieuw knopen. 

Op Facebook is een groep afri-doekjes waarbij deze draagwijze centraal staat.