Algemene informatie draagmethodes
Op deze pagina kun je meer lezen over het ergonomisch dragen van je kindje en hoe je dit kunt doen. Er zijn namelijk veel manieren om te dragen. Een overzichtje hiervan vind je in het linkermenu. Bij dragen is de liefde tussen ouder en kind het belangrijkst. Toch zijn er nog meer aandachtspunten die belangrijk zijn om op een veilige en ergonomische manier te kunnen dragen.
Het is belangrijk dat je kind in de draagdoek of (baby)drager goed ondersteund wordt. Dit betekent van knieholte tot knieholte. Je draagt je kind ergonomisch door hem of haar in de M-positie te dragen. Hierbij zitten de knietjes hoger dan de billetjes en heeft je kind een bolle rug. Dit is een natuurlijke houding, de heupjes staan nu in de juiste positie; de heupkop sluit in de heupkom. Een ergonomische drager houdt rekening met de anatomie van zowel het kindje als de drager.
Ook draag je je kindje altijd met het gezicht naar je toe. Het is onmogelijk om de M-positie te creëren als je je kindje met het gezicht naar voren draagt. Dan wordt namelijk de rug hol geduwd en hangen de beentjes van je kindje recht naar beneden. Dit is niet goed voor de heupjes, de heupkop sluit nu niet in de heupkom. Vindt je kind het fijner om wat meer te zien? Draag het dan op je heup of rug.
Enkele aandachtspunten om je kindje ergonomisch te dragen:
- Draag je kindje rechtop (verticaal) en niet in de wiegehouding (horizontaal/liggend), dit vanwege verstikkingsgevaar.
- Draag je kindje ook rechtop omdat dit beter voor de heupjes is, de M-positie is een natuurlijke houding. In de M-positie zitten de billetjes van je kindje lager dan de knietjes. De beentjes moeten niet recht naar beneden hangen.
- Draag je kindje met het gezicht naar je toe, altijd. Dit omdat de natuurlijke houding anders niet bereikt wordt en alleen zo kan je kindje zich afschermen tegen prikkels van buitenaf.
- Span de draagdoek altijd goed aan, als je je kindje met je handen moet ondersteunen heb je de draagdoek niet strak genoeg aangespannen.
- Zorg ervoor dat je niet te laag draagt. De ideale hoogte is op 'kusjeshoogte' (wanneer je je kindje makkelijk en kusje op het hoofd kunt geven).
- Houd te allen tijde zicht op je kindje, je moet oogcontact kunnen maken. Bedek je kindje niet helemaal met de draagdoek.
- Houd tussen de kin en de borst van je kindje een ruimte aan van ongeveer 2 vingers.
- Borstvoeding geven in de draagdoek raden wordt afgeraden, zeker als je dit in de wiegehouding (horizontaal/liggend) wilt doen. Dit vanwege het bovengenoemde verstikkingsgevaar. De stand van het strottenhoofd in combinatie met de slikbeweging die je kindje maakt vormen een gevaar voor je kindje.
- Wil je toch borstvoeding geven en discreet voeden? Zoek dan ergens een rustig plekje om te voeden, haal je kindje uit de draagdoek en gebruik de doek om een beetje over je kindje heen te leggen. Zo is veilig én discreet voeden mogelijk terwijl je oogcontact houdt met je kindje. Na het voeden knoop je je kindje weer in de draagdoek.